Tweede cao-monitoringsoverleg en beraad

Op 13 mei vond het tweede monitoringsoverleg rondom de cao plaats, op 24 mei gevolgd door het periodiek strategisch beraad met de korpsleiding. De bonden lieten weten dat de tijdslijnen voor uitwerking van de cao voor het overgrote deel worden gehaald. Nu komt het aan op realisatie en implementatie, werd tegen de minister gezegd.

 

Hoe staat het met de uitvoering van de cao politie? Dat wordt zorgvuldig bijgehouden in speciale monitoringsoverleggen tussen minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid en de politievakbonden. Het eerste was op 28 januari, het tweede gesprek op 13 mei. Daarin kwam ook de werkdruk bij de politie (en de afspraken daarover in de bijlage van de cao) aan bod. Evenals de politieacademie, waar men de instroom niet aankan, en het politieonderwijs – dit omdat beide een belangrijke rol spelen in de uitvoering van een groot aantal cao-afspraken.

Tijdslijnen
De minister en de bonden konden concluderen dat in deze fase de afgesproken tijdslijnen voor het uitwerken van de cao-afspraken grotendeels worden gehaald. Bij enkele afspraken, zoals die over het sociaal maximum, bleek meer tijd nodig. De politievakbonden bekijken de komende tijd nadrukkelijk of uitgewerkte afspraken (zoals die over loopbanen) ook worden uitgevoerd.

Studiefaciliteitenregeling
Wel ligt er met de studiefaciliteitenregeling een stevig discussiepunt op tafel. De politievakbonden zijn het met de werkgever oneens over de omvang en de uitleg die wordt gegeven aan de gemaakte afspraken over deze regeling. Behalve over compensatie in geld gaat het volgens de bonden ook om compensatie in tijd. De komende weken wordt bekeken hoe inhoud en omvang er op dit punt precies uitzien en hoe hiermee om te gaan. Dit punt weegt zwaar voor de bonden en komt dan ook gegarandeerd terug bij het volgende monitoringsoverleg.

Ook hebben de bonden erop gewezen dat organisatie- en personeelsinformatie die nodig is voor de verdere uitwerking van de cao nu vaak (deels) ontbreekt of niet voor handen is. Dat is een fors risico bij het verder realiseren van de cao en het ontwikkeling van de politie. Veel kostbare tijd en energie gaat verloren met het achterhalen van informatie en data omdat die is verspreid over veel systemen, of simpelweg onvolledig of onjuist is.

Aanpakken werkdruk
Met het aanpakken van de werkdruk (zoals toegezegd in de bijlage van de cao-“herstelplan”), is de politie voortvarend gestart. Wel is ook hier het vinden van de juiste informatie en data een fors probleem. Op papier gebeurt er veel, bijvoorbeeld als het gaat om de loopbaanpaden, maar het gaat natuurlijk om de realisatie en uitvoering op de werkvloer. Dat die er komt is cruciaal voor het vertrouwen en draagvlak van de cao. Duidelijk is dat het vertrouwen in de kwaliteit van de “organisatie” niet groot is. Het ontbreken van inzicht in cijfers helpt bepaald niet in de transparantie. De politievakbonden willen het overleg en gesprekken over aanpak van de werkdruk met de korpsleiding intensiveren. We hebben daarbij ook bij de minister aangegeven dat we ons de komende tijd, conform afspraak, ook richten op de effecten van de maatregelen en of die daadwerkelijk oplossingen bieden voor de collega’s. De korpsleiding zegt de situatie ten aanzien van de juiste informatie en data te herkennen en dat er hard wordt gewerkt om dit op orde te krijgen.

Strategisch beraad
Een aantal punten uit het werkdruk-bijlage van de cao gingen ook mee naar het zogenoemde ‘Strategisch Beraad’ dat tussen de korpsleiding en de politievakbonden wordt gehouden. Dit omdat deze punten nog onvoldoende in lijn liggen met de afspraken.

Bestuur van de organisatie
De politievakbonden hebben gevraagd om het geactualiseerde besturingssysteem/model van de politie. Die is van groot belang om te kunnen zien hoe de rol en positie van de politiechef gaat veranderen – en welke gevolgen dat moet hebben voor de verdeling van ondersteunende taken en onderdelen tussen PDC en eenheden. De bonden vragen zo snel mogelijk helderheid én de mandaten die verstrekt zijn aan de verantwoordelijke functionarissen. De korpsleiding heeft toegezegd dat er in het strategisch beraad van juni een notitie ligt over dit vraagstuk waarin hierover duidelijkheid/inzicht zal worden gegeven

Afspraak over capaciteit
Het moet duidelijk worden hoeveel capaciteit er daadwerkelijk beschikbaar is voor de uitvoering van politiewerk én of de maatregelen om dit te verbeteren daadwerkelijk effect hebben. Dit is een cruciaal punt voor de medewerkers. Denk aan de maatregelen om de aspiranten uit de sterkte te halen en hoe dat moet leiden tot meer capaciteit op de teams. Deze duidelijkheid is nodig voor de discussie over de inrichting van de teams en de toebedeelde capaciteit. Ook moet er meer zicht komen op de verdere groei van de capaciteit van de Niet Operationele Sterkte (die zou juist moeten krimpen) en de daling van de bezetting van de Operationele Sterkte. In een aantal eenheden dreigt het gebrek aan operationele capaciteit onaanvaardbare gevolgen te krijgen. De korpsleiding heeft aangegeven dit inzicht ook te willen hebben en dat hiermee al flink vorderingen worden gemaakt in de eenheden. De politiebonden zullen dit thema ook gaan agenderen voor de Bijzondere Commissies (overleg vakbonden Politiechefs en directeur PDC).

Afspraak over Dienstverlening HRM PDC
Zowel medewerkers als de lijn zijn ontevreden over het huidige dienstverleningsconcept. Iedereen is het erover eens dat deze “dienstverlening” dichterbij georganiseerd moet worden. Waar verschil van inzicht over bestaat is of dit dan bij de PDC georganiseerd moet blijven of dat dit terug zou moeten naar de eenheden. Dus gedecentraliseerd of gedeconcentreerd. Ook hierover willen de politievakbonden een fundamentele discussie. Voor 2019 zet de korpsleiding met 4 pilots in om de HRM dienstverlening binnen de huidige werkwijze te verbeteren. De pilots gaan draaien in de eenheden Rotterdam, Noord Holland, Midden Nederland en Oost Nederland. De politiebonden zullen het verloop van deze pilots nadrukkelijk volgen.

Afspraak over kennisvergroting
De documenten over kennisvergroting zijn nog onvoldoende besproken. De politievakbonden zien dat het meer gaat over een model van instrumenten echter niet over hoe dit vraagstuk inhoudelijk wordt opgelost. Dit baart ons zorgen mede in combinatie met de situatie van de Politieacademie en het politie-onderwijs.

Afspraak over “beleid tussen stafdienst en PDC”
Als het gaat om beleid tussen stafdienst en PDC is niet volstrekt duidelijk welke doelen en oplossingen de politie hiermee voor ogen heeft. Voorkomen moet worden dat de PDC eigenstandig tot beleidsvorming gaat komen al dan niet buiten het vastgestelde beleid van de korpsleiding. Meer scherpte is hier noodzakelijk.

Politieacademie en politie-onderwijs
De bonden hebben de minister laten weten dat zij de huidige situatie bij de Politieacademie ernstig betreuren, ondanks de vele waarschuwingen die we hier de afgelopen jaren voor hebben gegeven. Het rapport van de Algemene Bestuursdienst (ABD) bevat voor de politievakbonden dan ook geen verrassingen. De bonden zien dat alle verantwoordelijken, inclusief de minister, niet in staat zijn geweest de situatie ten goede te keren. Politiemensen, docenten en de politie als organisatie zijn nu de dupe. Problemen bij de vervanging van 17.000 politiemensen, maar ook bij de omgang met de werkdruk en capaciteit bij de Politieacademie laten zich nu en de komende tijd nadrukkelijk voelen.

De minister liet weten de adviezen van de ABD over te nemen en uit te voeren. De politiebonden hebben daarop aangegeven de nodige twijfel bij te hebben of de uitdagingen die nu voor de deur staan daadwerkelijk het hoofd kan worden geboden. De huidige cao en bijlage waren bedoeld om de problemen, vooral op het terrein van capaciteit, terug te dringen maar de vraag is in hoeverre de situatie bij de Politieacademie en het politieonderwijs dit mogelijk maken. De politievakbonden hebben aangegeven zich te beraden op de nu ontstane situatie.

 


Nieuwsoverzicht